In het Reformatorisch Dagblad van vandaag mocht ik reageren op de stelling van integratie-expert Walter Palm: „Het sluipend gif van islamofobie heeft de Grondwet bereikt.”
Lees het interview met Palm, alsmede mijn reactie, hier:
”Mister integratie”: Grondwet niet veilig voor sluipend gif islamofobie
Hieronder volgt alleen een weergave van mijn reactie:
„Wet toetsen aan constitutie niet uitbesteden”
Met de godsdienstvrijheid is het buiten het Westen droevig gesteld. Maar in Europa zijn er op dat terrein ook zorgelijke ontwikkelingen, stelt de Leidse universitaire hoofddocent constitutioneel recht Hans-Martien ten Napel. Toch vindt hij niet dat politici aan islamofobie leiden. Eerder aan „religiefobie”, want ook het geloof van christenen en joden ligt nogal eens onder politiek vuur.
Dat die religiefobie in Nederland tot uitdrukking komt in wetgeving valt gelukkig mee, zegt Ten Napel in reactie op Walter Palm. „Van de voorbeelden die hij noemt, kwamen alleen het boerkaverbod en het intrekken van het Nederlanderschap van jihadisten er door toedoen van het parlement. Het wetsvoorstel rituele slacht is nog aanhangig en het verbieden van buitenlandse financiering van moskeeën heeft nog maar de status van voorontwerp.” Die twee laatste wetten worden volgens de Leidse geleerde in wetenschappelijke kring flink bekritiseerd. Hij vertrouwt erop dat politici die kritiek bij behandeling van de wet serieus nemen.
Hoewel het parlement feitelijk gezien nauwelijks „islamofobe wetten” aannam, noemt Ten Napel Palms zorgen legitiem. „Ik deel zijn punt dat in politieke debatten die religie raken, de Grondwet vaak niet serieus lijkt te worden genomen. En door islamofobie op de kaart te zetten, agendeert hij een belangrijk onderwerp. Het is veelzeggend dat iemand met zoveel kennis van integratiebeleid dit signaal geeft.” Ten Napel wijst erop dat ook de Raad van State het boerkaverbod en het intrekken van het Nederlanderschap bij jihadisten heeft bekritiseerd.
Palm bepleit het instellen van een constitutioneel hof als remedie tegen islamofobie, maar daarvan is Ten Napel geen voorstander. „Ik denk dat de burger er niet op zit te wachten. Die heeft al het idee dat de politiek geringeloord wordt door technocratische instanties als ambtelijke organen en rechters. De rol van de rechter in ons staatsbestel ís ook toegenomen. Met goede bedoelingen verdere juridisering invoeren, wakkert mogelijk de onvrede onder de bevolking aan. Daarmee speel je populisten in de kaart en bereik je mogelijk het omgekeerde wat je wilt.”
Dat een constitutioneel hof anders gaat oordelen dan een Tweede en Eerste Kamer, is volgens de Leidse universitaire hoofddocent de vraag. „Neem het Europees Hof. Dat wordt al jaren beschuldigd van islamofobie, omdat het hoofddoekverboden in Turkije en Frankrijk niet heeft teruggedraaid.”
Wie moet er dan wel toezien op het naleven van de Grondwet? Volgens Ten Napel is „constitutioneel patriottisme” nodig. „De rechtstaat functioneert alleen als burgers zich bewust zijn van het belang van de Grondwet. Constitutionele toetsing van wetten aan rechters overlaten heeft als risico dat burgers en politici steeds minder alert zijn of wetsvoorstellen wel conform de Grondwet zijn. Laat daarom het zwaartepunt van de politieke besluitvorming voluit in de samenleving plaatsvinden.”
Vgl. ook:
Interview ‘De liberale democratie is bezig zijn eigen graf te graven’