Democracy, Dutch Politics, Religion and Politics, Whither Europe?

Substack, De onstabiliteit van een ‘karteldemocratie’ / The instability of a ‘cartel democracy’

For the original English-language substack post, see: https://open.substack.com/pub/hansmartientennapel/p/the-instability-of-a-cartel-democracy?r=9844n&utm_campaign=post&utm_medium=web

Op 15 maart j.l. vonden in Nederland verkiezingen plaats voor de Provinciale Staten. Normaal gesproken krijgen die niet zoveel aandacht, hoewel de leden van Provinciale Staten op hun beurt weer de Eerste Kamer kiezen.

Deze keer trokken de verkiezingen echter zelfs internationaal de belangstelling. Dat was te danken aan het feit dat een nieuw gevormde partij, de BoerBurgerBeweging (BBB), in een keer de grootste partij werd in alle 12 provincies.

De directe aanleiding voor de oprichting van de BBB vormde het beleid van het kabinet-Rutte IV, dat erop is gericht de stikstofuitstoot op een zodanige wijze terug te dringen dat veel boeren daardoor in hun bestaanszekerheid worden bedreigd.

Aanjager van dit beleid is de progressief-liberale coalitiepartij D66. De andere coalitiepartijen zijn de van oorsprong conservatief-liberale VVD van premier Rutte en twee christelijke partijen, waaronder het Christen Democratisch Appèl (CDA).

Het is echter niet overdreven te stellen dat de onvrede van de kiezers over het kabinetsbeleid, die zichtbaar werd door monsterzege van de BBB, zich ook uitstrekt tot andere beleidsterreinen. Daartoe behoort het immigratiebeleid.

Daarmee past de partij in een breder patroon van nieuwe politieke bewegingen in Europa die hetzij recentelijk zijn opgericht, hetzij de wind in de zeilen hebben gekregen. Traditionele centrum(-rechtse) partijen zoals het CDA, daarentegen, hebben de wind tegen.

De redactie van het wetenschappelijk tijdschrift van deze laatste partij, die samen met haar voorlopers gedurende de twintigste eeuw de Nederlandse politiek hebben gedomineerd, vroeg mij al voor de verkiezingen om te reflecteren op deze ontwikkeling.

In mijn bijdrage, die afgelopen week in druk verscheen, maak ik twee punten die ook relevant zijn voor de lezers van deze nieuwsbrief. Overigens was de aanvoerster van de BBB, Caroline van der Plas, eerder actief binnen het CDA en vormde de boerenbevolking vanouds een belangrijk onderdeel van zijn natuurlijke achterban.

Het eerste punt is dat het zelfbeeld van het CDA als een gematigde middenpartij tussen linkse en rechts-populistische extremen niet klopt. Vanuit dit perspectief wekt de halvering van de partij bij de Statenverkiezingen verwondering, aangezien daaraan juist in een tijd van polarisatie behoefte zou kunnen bestaan.

In werkelijkheid is er echter eerder sprake van een constellatie waarin zich aan de ene kant van het politieke spectrum enkele rechts-populistische partijen bevinden en aan de andere kant vrijwel alle overige, waaronder het CDA. Deze laatste slaat daarmee naar twee kanten toe de plank mis.

Ten eerste zijn de christen-democraten gefixeerd op het rechts-populistische gevaar. Dit terwijl het populisme ten aanzien van enkele van de grootste vraagstukken van deze tijd, te weten gender, immigratie, klimaatverandering en Europa, posities betrekt die inhoudelijke overeenkomst vertonen met het cultuurchristendom.[1]

Ook in een tweede opzicht slaat het CDA de plank mis, te weten in de verhouding tot vrijwel alle overige, meer of minder progressief-liberale partijen. Deze partijen betrekken ten aanzien van gender, immigratie, klimaatverandering en Europa immers juist posities die inhoudelijk op gespannen voet staan met klassieke christendemocratische posities.

In het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw constateerde ik nog dat het CDA, vooral in Europees verband, bloot stond aan een conservatieve verleiding.[2] Als bovenstaande analyse klopt, dan is de partij precies dertig jaar later eerder in de progressief-liberale val getrapt.

Dat brengt mij bij mijn tweede punt. Hoe valt immers te verklaren dat het CDA overreageert op populistische partijen die, hoe gebrekkig soms ook, het belang van ‘gemeenschap’ beklemtonen en kiest voor posities waarin de individuele autonomie voorop staat?

In zijn proefschrift beschreef historicus R.S. Zwart indertijd hoe de fusie van de protestantse Anti-Revolutionaire Partij en Christelijk-Historische Unie met de Katholieke Volkspartij mogelijk is gemaakt doordat de eerste en de laatste in de tweede helft van de jaren vijftig hun ‘christelijke ideologieën’ overboord hebben gezet.[3] 

Het bijzondere is echter dat sindsdien de katholieke sociale leer op verzoek van paus Johannes Paulus II (1978-2005) verder is gesystematiseerd, terwijl de belangstelling voor Engelse vertalingen van het werk van de gereformeerde theologen A. Kuyper en H. Bavinck wereldwijd opvallend is. Beide zijn ook wetenschappelijk zo actueel als maar kan.

Het CDA zou er, kortom, verstandig aan doen door om te beginnen bovengenoemde zaken kritisch te heroverwegen vanuit het eigen, klassieke christendemocratische gedachtegoed. Dat kan niet anders dan leiden tot duidelijker onderscheidende posities ten opzichte van het progressieve liberalisme enerzijds en het rechts-populisme anderzijds.

Een voorbeeld van een term die populistische leiders regelmatig hanteren om het hiervoor geschetste partijpolitieke landschap mee aan te duiden, en waaraan de gevestigde partijen zich geregeld ergeren, is inmiddels die van een ‘kartel-democratie’.

In zijn standaardwerk over de Nederlandse politiek uit 1968, waarschuwde de Nederlands-Amerikaanse politicoloog A. Lijphart, in navolging van de democratietheoreticus Robert A. Dahl (1915-2014), echter al voor de onstabiliteit van de ‘kartel-democratie’ die dreigde te ontstaan als gevolg van een te sterke homogenisering van de politieke cultuur.[4]

55 jaar later lijkt deze voorspelling relevanter dan ooit en bepaald niet alleen in Nederland, maar bijvoorbeeld ook in het Europees Parlement. Niet toevallig is het in Europa dat het stikstofbeleid in belangrijke mate wordt gemaakt. Het is vanuit dat perspectief bezien niet verkeerd dat een beweging als de BBB nu de schijnbare consensus heeft doorbroken.

Tot besluit

Een hartelijk welkom aan alle nieuwe abonnees op deze Nieuwsbrief, met dank aan de postliberalen van de Postliberal Order, die zo goed waren de brief aan te bevelen als: ‘A European perspective on post-liberalism and classical legal thought.’ Hopelijk voldoet deze editie enigszins aan de verwachtingen.

De komende periode hoop ik weer enkele keren te spreken. Laat het weten als er een kans is dat onze paden zich kruisen.

Ook tweet ik op bijna dagelijkse basis @hmtennapel.


[1] Vgl. Hans van de Breevaart, ‘Cultuurchristendom in de strijd tegen modern gnosticisme (deel 2). Een alternatieve visie op het huidige populisme’, Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid (2022) (13) 1: 81-106.

[2] R.A. Koole en H.-M.Th.D. ten NapeI, ‘De conservatieve verleiding. Christen-democratische machtsvorming op Europees niveau’, Civis Mundi 32 (1993) 12-18, aldaar 18.

[3] R.S. Zwart, ‘Gods wil in Nederland’. Christelijke ideologieën en de vorming van het CDA (1880-1980) (Kampen: Kok, 1996).

[4] A. Lijphart, Verzuiling, pacificatie en kentering in de Nederlandse politiek, J.H. de Bussy, Amsterdam, 1984 (1968), 206.

Advertisement

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.